Waarom hebben Oost-Aziatische samenlevingen een sterke collectivistische cultuur ontwikkeld, en hoe speelde het confucianisme hierin een rol?

W

De sterke collectivistische cultuur in Oost-Aziatische samenlevingen komt voort uit het idee van studeren in het buitenland, dat de rol van mensen in sociale relaties en als morele actoren benadrukt, en dus de nadruk legt op sociale harmonie en morele groei. Studeren in het buitenland streeft naar persoonlijke morele perfectie en sociale harmonie, die een belangrijke rol speelden bij de vorming van de collectivistische cultuur in Oost-Azië.

 

Waarom wordt aangenomen dat de Oost-Aziatische samenleving een sterke collectivistische cultuur kent? Het antwoord kan worden gevonden in de ideologische basis van de Oost-Aziatische samenleving, het idee om in het buitenland te studeren. Om de relatie tussen de collectivistische cultuur en het confucianisme beter te begrijpen, moeten we kijken naar de fundamentele manier waarop confucianisten naar mensen keken, zoals uitgedrukt in de confucianistische teksten van de Qin-dynastie. De Qin-periode van studeren in het buitenland is de periode van primitieve vestiging voordat de Qin-dynastie China verenigde. Het is gericht op de ideeën van Confucius, Mencius en Sun Tzu.
Ten eerste begrepen ze mensen als sociale relaties. Ze beschouwden mensen als mensen die leefden in relaties tussen ouders en kinderen, heersers en onderdanen, echtgenoten en echtgenotes, volwassenen en kinderen, en vrienden en vrienden, en dachten dat de betekenis van het menselijk bestaan ​​niet los van sociale relaties kon worden gevonden. Dit leidde tot de visie van het individu als een ‘complex van rollen, plichten en overwegingen’ in sociale relaties. Wetenschappers zagen relaties als de drijvende kracht achter het meeste sociale gedrag. goede relaties met anderen in de eigen groep.
Het belang van sociale relaties komt ook sterk tot uiting in de politieke en sociale omgeving van die tijd. De confucianistische teksten The Analects en The Analects of Mencius benadrukten bijvoorbeeld de noodzaak van sociale harmonie en onderlinge afhankelijkheid. Confucius betoogde in het bijzonder dat alle menselijke relaties gebaseerd moeten zijn op wederzijds respect en overweging, zodat de samenleving stabiel en welvarend kan zijn. Dit is het idee dat ten grondslag ligt aan het collectivisme, het idee dat individueel gedrag gecoördineerd moet worden voor sociale harmonie. Het collectivisme in Oost-Azië heeft dus de neiging om prioriteit te geven aan de belangen van de gemeenschap in plaats van aan het individu, wat voortkomt uit het confucianistische denken.
Vervolgens beschouwden confucianisten de mens als actieve agenten. Met andere woorden: de scholastiek beschouwde de wenselijke levenshouding als een actief moreel bewustzijn en praktijk. Om zo’n leven te kunnen leiden, voerden de scholastiek aan dat mensen hun zelfzuchtige verlangens en emoties op grond van deugd moeten beheersen. Op deze manier zeiden ze dat het belangrijk is dat mensen zichzelf beheersen, alle verantwoordelijkheid bij zichzelf leggen en zichzelf in bedwang houden.
In dit proces legde het confucianisme de nadruk op pogingen om het menselijke zelf vorm te geven binnen het raamwerk van de sociale moraliteit. Dit staat in contrast met westerse ideeën die de nadruk leggen op individuele vrijheid en onafhankelijkheid. In het Westen wordt een autonoom en onafhankelijk individu beschouwd als lid van de samenleving, terwijl het in Oost-Azië belangrijk is dat individuen zichzelf reguleren volgens de normen van deugd terwijl ze hun sociale rol vervullen. Dit perspectief blijft een fundamentele basis vormen voor de morele codes en collectivistische houdingen van de hedendaagse Oost-Aziatische samenlevingen.
Ze beschouwden de mens ook als oneindige mogelijkheden. Ze beschouwden mensen als mensen die in staat waren om deugd te verwerven door te onderwijzen en te leren, en deze deugd vervolgens in hun sociale leven toe te passen om soldaten en heiligen te worden. Bovendien beschouwden de scholastiek mensen als individuen als 'processuele en variabele wezens' en dachten dat ze zelfverbetering konden bereiken door hun tekortkomingen te erkennen en deze door te leren te verbeteren. In deze zin houdt het uiteindelijke doel van de zelfontplooiing van de scholastiek, de deugd van de deugd, niet alleen het cultiveren van deugd voor jezelf in, maar ook het helpen van anderen met wie je samenleeft om deugd te cultiveren. Daarom is dit standpunt zowel moreel als sociaal in die zin dat het morele perfectie nastreeft en anderen helpt deugd te bereiken.
Als zodanig verbindt het confucianistische denken de menselijke zelfperfectie en morele groei nauw met interacties binnen een groep. Deze ideologische achtergrond heeft een belangrijke rol gespeeld bij het vormgeven van de collectivistische culturen van Oost-Azië tot culturen die de nadruk leggen op individuele morele groei en sociale harmonie. De leerstellingen van studeren in het buitenland zijn niet alleen gericht op de morele cultivering van individuen, maar op de harmonisatie en ontwikkeling van de samenleving als geheel. Dit heeft bijgedragen aan het creëren van een sociale structuur in moderne Oost-Aziatische samenlevingen die ervoor zorgt dat de doelen van de groep en de doelen van het individu in harmonie met elkaar zijn.

 

Over de auteur

Blogger

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!

Over de blogeigenaar

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!