Terwijl artistieke trends sinds de Tweede Wereldoorlog naar buitensporige expressie hebben gestreefd, is het minimalisme een artistieke denkrichting geworden die de nadruk legt op eenvoud en schaalbaarheid in muziek, architectuur, design en andere gebieden, en de essentie onthult door middel van beknopte expressie.
Na de Tweede Wereldoorlog was er een artistieke neiging om artistieke emoties en betekenissen, zoals oorlogsgerelateerde angst en menselijke vervreemding, tot overexpressie te brengen. Minimalisme daarentegen is een artistieke neiging om de essentie van een object tot uitdrukking te brengen door middel van beknopte en ingetogen expressietechnieken. Minimalisme is gebaseerd op het principe van eenvoud, dat stelt dat hoe eenvoudiger de artistieke expressie, hoe gemakkelijker het is om de echte wereld weer te geven, en op het principe van uitgestrektheid, dat stelt dat de menselijke perceptie holistisch wordt begrepen. Deze aspecten van de kunst manifesteren zich in de muziek als constante nadruk en snelheid, en in de architectuur als eenvoudig kleur- en materiaalgebruik en geometrische compositie.
Dit principe van eenvoud en schaalbaarheid komt vooral tot uiting in de beeldhouwkunst. Minimalistische beeldhouwkunst wordt gekenmerkt door de volgende kenmerken. Ten eerste streeft het naar het “principe van eenvoud” door het minimaliseren van media. Minimalisatie van media verwijst naar het gebruik van materialen, materialen, vormen en andere bemiddelende elementen die worden gebruikt om een werk uit te drukken zonder deze te veranderen of te verwerken. Dit komt tot uiting in het concept van het gebruik van grondstoffen zoals ze zijn, het concept van object trouvé, waarbij alledaagse voorwerpen worden gebruikt zoals ze zijn, en het concept van eenvoudige geometrische vormen. Wanneer de bemiddelende elementen in een werk worden geminimaliseerd, zijn er meer objecten waar de kijker aan kan denken, en is het gemakkelijker voor de kijker om beelden op te roepen die latent in de geest van de kijker aanwezig zijn als universele vormen. Hoe minder en eenvoudiger het medium dat in een werk wordt gebruikt, hoe beter de kijker het onmiddellijk kan herkennen, en hoe gemakkelijker het is om het te matchen met de universele vorm in de perceptie van de kijker.
Ten tweede streeft de minimalistische beeldhouwkunst het ‘principe van schaalbaarheid’ na door middel van geometrische abstractie. De ruimte waarin een minimalistisch beeld wordt geplaatst, is niet alleen de achtergrond van het werk. De ruimte waarin het kunstwerk wordt geplaatst, zorgt ervoor dat de kijker het kunstwerk kan waarderen in relatie tot de ruimte waarin het wordt geplaatst. Wanneer de kijker bijvoorbeeld een geometrisch abstract minimalistisch beeldhouwwerk bekijkt, herkent de kijker het niet alleen, maar verschuift hij ook zijn blik naar de achtergrond eromheen, waardoor zijn waardering toeneemt. Minimalistische sculpturen worden vaak op de vloer geplaatst, in tegenstelling tot de manier waarop traditionele sculpturen worden geïnstalleerd. Op deze manier wordt de ruimte waar het kunstwerk zelf wordt geplaatst en de plek waar de kijker staat een totale ruimte voor artistieke waardering, in plaats van een uitkijkplatform waar alleen naar gekeken kan worden. Het principe van uitbreidbaarheid verwijst naar de uitbreiding van de ruimtelijke ervaring naar de achtergrond waar het kunstwerk wordt geplaatst, waardoor een nieuwe ervaring van de artistieke omgeving ontstaat.
Minimalisme werkt met deze artistieke principes om de kijker een nieuwe visuele ervaring te bieden, waarbij de interactie tussen het kunstwerk en de kijker wordt gemaximaliseerd. Het stelt de kijker in staat de hele ruimte met het kunstwerk te ervaren, waardoor een artistieke ervaring ontstaat die zowel emotie als denken stimuleert, in plaats van alleen visuele perceptie. Minimalisme weerspiegelt ook de neiging in de moderne samenleving om het essentiële te zoeken, weg van complexiteit en buitensporige informatie, wat psychologische rust en meditatie bij de kijker teweegbrengt.
Deze kwaliteiten van het minimalisme manifesteren zich in verschillende artistieke disciplines. In de muziek worden bijvoorbeeld minimale instrumentatie en repetitieve ritmische patronen gebruikt om een eenvoudig maar diepgaand geluid te creëren. Een goed voorbeeld hiervan is het werk van componisten als Steve Reich en Philip Glass. Hun muziek brengt complexe emoties en stemmingen over binnen eenvoudige structuren, waardoor een unieke muzikale ervaring voor de luisteraar ontstaat.
Minimalisme heeft ook een enorme impact gehad in de architectuur. Architect Mies van der Rohe wordt gezien als een pionier van de minimalistische architectuur, met zijn ‘less is more’-filosofie. Zijn gebouwen benadrukken de essentie van de ruimte door uitsluitend gebruik te maken van eenvoudige lijnen en vlakken, basiskleuren en materialen. Deze gebouwen geven de gebruiker een gevoel van visuele sereniteit en de essentie van de ruimte, waardoor een indruk wordt gegeven van de ruimte zelf, niet van de architectuur.
Minimalisme is ook belangrijk in design. Het productontwerp van Apple is een goed voorbeeld van minimalisme, waarbij onnodige versieringen zijn geëlimineerd ten gunste van functionaliteit en esthetiek. Deze ontwerpfilosofie biedt gebruikers een intuïtieve en handige ervaring en dient om de essentie van het product te benadrukken.
Kortom, minimalisme is een artistieke filosofie die zowel de essentie van kunst als de diepte van waardering nastreeft door middel van eenvoud en schaalbaarheid. Als stroming in de hedendaagse kunst is het belangrijk voor mensen die het essentiële willen vinden in de complexiteit van de moderne samenleving. Minimalisme stelt ons in staat een diepe betekenis te ontdekken in de eenvoud van artistieke expressie, wat nieuwe mogelijkheden voor kunst opent.