Het verhaal van ‘The Thorn in the Side of the Road’, dat we ons allemaal als kinderen herinneren, toont een vader die zijn eigen oog opoffert voor zijn zieke zoon. Dit soort altruïstisch gedrag kan verklaard worden via de theorie van verwantenselectie. Dit komt omdat gedrag dat de overleving bevordert van individuen die genen met jou delen, uiteindelijk een voordeel zal hebben bij het verspreiden van je eigen genen. Voorbeelden als doornvogels en bijen laten zien hoe dit altruïstische gedrag zich heeft kunnen ontwikkelen en blijven voortbestaan. Deze theorie verklaart echter niet waarom mensen altruïstisch zijn tegenover anderen die geen familie van hen zijn.
Een van de boeken die mij als kind aan het huilen maakte, was Kashiogi. Het boek toont een toegewijde vader die zijn eigen oog opofferde voor zijn zieke zoon, vanuit het perspectief van zijn opgewekte jonge zoon. De reden dat het boek de titel Thornbill draagt, is omdat de mannelijke Thornbill ook een toegewijde vader is die zijn leven riskeert om zijn eieren te bespioneren, net als de vader van de jonge zoon in het boek. Hoe is zulk tranentrekkend onbaatzuchtig gedrag, zelfs tot het punt waarop je je eigen leven opoffert, ontstaan en blijven bestaan? Hoe kunnen we ze wetenschappelijk verklaren?
De uitdrukking van altruïstisch gedrag kan worden verklaard door het concept van altruïstische genen. Dit is het idee dat mensen en dieren altruïstisch zijn, omdat de genen die ervoor zorgen dat ze altruïstisch zijn, zijn doorgegeven. Om genen door te geven moet men overleven, ook al is dat egoïstisch. Daarom beschouwen wetenschappers overleving en voortplanting als de belangrijkste factor bij het doorgeven van genen. Vanuit dit perspectief is het idee dat altruïstische genen worden doorgegeven nogal verwarrend en heeft het belangrijke implicaties. Het altruïstische gen zorgt ervoor dat we onze eigen belangen opofferen ten gunste van anderen. Hoe heeft dit altruïstische gen, dat ten goede komt aan anderen, zelfs ten koste van de eigen, overleefd en doorgegeven aan het nageslacht? Waarom offeren individuen die prioriteit zouden moeten geven aan hun eigen voortbestaan, zoals langoesten en vaders, zich op voor anderen, zelfs met gevaar voor hun eigen voortbestaan?
Een bioloog genaamd William Hamilton introduceerde het concept van verwantenselectie om dit altruïstische gedrag te verklaren. Verwantschapsselectie verwijst naar het gedrag waarbij u met uw genen meer individuen helpt te overleven en zich voort te planten. Door dit te doen vergroten individuen de kans dat hun genen worden doorgegeven aan hun nakomelingen. Dit kan verklaren waarom een mannetje in een doornvogel zijn eieren met zijn leven zal verdedigen, of waarom een vader in een boek zichzelf zal opofferen voor zijn zoon. Deze gedragingen maken allemaal deel uit van een strategie om hun genen door te geven aan de volgende generatie.
In The Emergence of Altruism verklaart een bioloog genaamd William Hamilton altruïstisch gedrag onder verwanten, zoals familieleden en familieleden, via een theorie die verwantenselectie wordt genoemd in plaats van warm paternalisme. Als ik geboren word uit een vader en een moeder, ontvang ik gemiddeld de helft van de genen van mijn vader en de helft van de genen van mijn moeder. Dit is gemakkelijk te begrijpen als je bedenkt dat kinderen evenveel genen van hun vader als die van hun moeder hebben. Met andere woorden: ik heb de helft van de genen van mijn vader. Vanuit genetisch oogpunt ben ik niet mijn vader, maar ik ben de helft van hem. Het belangrijkste is niet om zelf te overleven, maar om je genen te verspreiden. Het bestaan van andere mensen met soortgelijke genetische factoren als mijn vader geeft hem echter de mogelijkheid zijn genen te verspreiden zonder zelf te hoeven overleven.
Deze theorie wordt ook waargenomen in de dierenwereld. Wanneer Afrikaanse bizons bijvoorbeeld een roofdier tegenkomen, zullen de zwakste leden van de kudde zich aan de buitenkant verzamelen en zullen de sterkere leden zich aan de binnenkant verzamelen om zichzelf te verdedigen. Dit vergroot hun overlevingskansen en vergroot tegelijkertijd hun kansen om hun genen door te geven aan de volgende generatie. Dit gedrag is niet alleen een instinctieve reactie, maar een genetisch geprogrammeerde overlevingsstrategie.
Om verwantschapsselectie beter te begrijpen, gebruiken we het voorbeeld van bijen in de natuur, in plaats van mensen. Bijen vertonen altruïstisch gedrag, zoals het beschermen van de eieren van de koningin en zichzelf opofferen voor haar veiligheid. Dit gedrag kan ook worden verklaard door verwantschapsselectie. De koningin is eigenlijk een broer of zus van de werkbijen. Broers en zussen delen veel van dezelfde genen als ouders en kinderen. We weten dit allemaal op een basisniveau door de mate waarin we op onze jongere broers en zussen lijken. In het geval van bijen kunnen werkbijen zich niet voortplanten, dus beschermen ze de eieren van hun naaste verwanten, de koningin en haar neven en nichten, zelfs met gevaar voor eigen leven, zodat ze hun genen wijd en zijd kunnen verspreiden. De werkbijen brengen geen blind offer aan de koningin, maar proberen uiteindelijk hun genen voor hun eigen voordeel te verspreiden. Omdat ze hun eigen genen niet daadwerkelijk door reproductie kunnen verspreiden, helpen ze individuen die op hen lijken te overleven.
Op deze manier heeft verwantschapsselectie veel vragen over altruïstisch gedrag beantwoord. De reden waarom altruïstische genen, die hun eigenbelang opofferen ten gunste van anderen, overleven en worden doorgegeven, is omdat ze zichzelf enig voordeel opleveren. Dit geldt vooral in de context van verwantschap, waar het helpen overleven van ouders, broers en zussen die veel van dezelfde genen delen als jij, uiteindelijk net zo nuttig kan zijn als het verspreiden van je eigen genen. We hebben dit in de natuur gezien met het voorbeeld van bijen.
Er zijn echter nog een aantal vragen die onbeantwoord blijven. De eerste is dat niet alle dieren noodzakelijkerwijs in sociale groepen leven, ook al zijn ze verwant. De tweede is dat ze, net als mensen, altruïstische daden kunnen verrichten, zelfs voor mensen die ze nog nooit eerder hebben ontmoet. We zien vaak voorbeelden van mensen die in de metro springen om een vreemdeling te redden. Dit soort altruïsme, waarbij je je leven opoffert voor iemand die niet eens familie van hem is, wordt door deze hypothese niet verklaard. Daarom is verwantschapsselectie beperkt tot het verklaren van altruïstisch gedrag in specifieke gevallen. Er is een meer holistische en volledige verklaring nodig om altruïstisch gedrag tussen organismen te verklaren. Binnen verwantschapsgroepen is verwantschapsselectie echter een goede verklaring voor altruïstisch gedrag. Bloed is dikker dan water. Zeer dik.