Is de Tao een intrinsiek principe van dingen of een product van de interacties van individuen?

I

Lao Tzu geloofde dat de Tao vóór individuen bestaat en het fundamentele principe van al het bestaan ​​is, terwijl Chuang Tzu de Tao zag als het resultaat van de activiteiten en interacties van individuen. Zhuangzi betoogde dat taal ook willekeurig is en door conventies wordt gevormd. Wang Chung geloofde dat natuurrampen niet de wil van de hemel zijn, maar eerder een fenomeen dat bij toeval voorkomt in de cyclus van de natuur, en dat het menselijk leven ook door toeval wordt bepaald.

 

Lao Tzu geloofde dat de Tao het allerhoogste principe is dat harmonieuze relaties tussen entiteiten mogelijk maakt, en dat de Tao al vóór entiteiten bestaat. Hij begreep de Tao als het fundamentele principe van het universum en de natuur, en voerde aan dat alle wezens bewegen en veranderen volgens de Tao. In de Analecten daarentegen zag Zhuangzi de Tao als iets dat achteraf ontstaat door de activiteiten van individuen. Hij betoogde dat net zoals de paden waarop mensen lopen worden gecreëerd omdat talloze mensen ze hebben bewandeld, de Tao niet vooraf bepaald is, maar slechts een spoor is van de relaties tussen individuen, of het resultaat van hun communicatie. Lao Tzu en Zhuangzi hadden dus een fundamenteel verschil in hun opvattingen over de Tao.
Voor Lao Tzu is de Tao diep verbonden met de wetten en orde van de natuur. Lao Tzu geloofde dat het volgen van de Tao in overeenstemming was met de menselijke natuur, en dat het belangrijk was om te leven volgens de natuurlijke stroom van het leven in plaats van kunstmatige regels of beperkingen. Deze ideeën werden later de basis voor de taoïstische filosofie en beïnvloedden veel filosofische en ethische ideeën die de harmonie tussen natuur en mens benadrukken. Het taoïsme van Zhuangzi is daarentegen vloeiender en veelzijdiger. Zhuangzi zag alles als voortdurend veranderend, zonder vaste entiteit of essentie. Deze visie laat zien dat Zhuangzi een relativistisch wereldbeeld had.
Chuang Tzu had dezelfde kijk op taal als op de Tao. Hij geloofde dat wanneer mensen namen geven aan objecten en deze gebruiken om ze te categoriseren, de namen die ze aan objecten geven niet gebaseerd zijn op hun inherente eigenschappen, maar er louter willekeurig mee geassocieerd worden. Met andere woorden: de relatie tussen objecten en namen wordt op mensen ingeprent door het gebruikelijke taalgebruik in een bepaalde gemeenschap, en als gevolg daarvan worden de objecten gezien alsof ze feitelijk gescheiden zijn. Zhuangzi geloofde dat taal de werkelijkheid niet weerspiegelt zoals die is, maar eerder dient om deze te vervormen of te beperken. Hij erkende deze beperkingen van de taal en benadrukte echt begrip en communicatie die de taal overstijgt. In die zin betoogde Zhuangzi dat de namen die we aan dingen geven niet inherent verband houden met hun eigenschappen. Deze kijk op taal doet ons nadenken over de aard van onze dagelijkse taal.
Net als Zhuangzi's bewering dat de Tao achteraf wordt geschapen, geloofde Wang Chung dat de betekenis van dingen in de wereld ook achteraf wordt bepaald, en dat er geen principe is dat de orde van de natuurlijke wereld regeert, zoals de wil van mensen. hemel. Destijds geloofden mensen dat de wil van de hemel vooraf bepaald was en dat mensen de wil van de hemel moesten volgen, anders zouden er natuurrampen zoals droogtes en overstromingen plaatsvinden. Wang Chung betoogde echter in de Analecten dat hoewel het waar is dat natuurrampen dingen in de wereld beïnvloeden, inclusief mensen, ze niet worden veroorzaakt door de wil van de hemel, maar slechts verschijnselen zijn die bij toeval optreden in de loop van de cyclus van de natuur. . In die zin is het voor mensen onmogelijk om de werking van de hemel te beïnvloeden. Op deze manier probeerde Wang Chong de verschillende verschijnselen rond het menselijk leven uit te leggen als een reeks natuurlijke oorzaken en gevolgen. Het argument van Wang Chong is vergelijkbaar met het moderne wetenschappelijke denken dat natuurlijke fenomenen scheidt van menselijk gedrag.
Wang Chong geloofde dat net zoals de werking van de hemel een kwestie van toeval is, zo ook het leven van mensen door toeval wordt bepaald. Hij geloofde bijvoorbeeld dat het succes of falen van een persoon in het leger niet afhangt van zijn of haar talent, maar eerder van het tijdperk waarin hij of zij mensen ontmoet met hetzelfde talentniveau, en dat hoe getalenteerd iemand ook is Dat wil zeggen dat hij of zij geen promotie kan maken tenzij hij of zij een vorst ontmoet die zijn of haar talent erkent. Met dit argument benadrukte hij dat het lot van de mens niet in steen gebeiteld is, maar wordt bepaald door vele variabelen en toeval. De opvattingen van Wang Chung daagden de fatalistische denkwijze van de samenleving van zijn tijd uit en boden de mogelijkheid dat mensen hun eigen lot vorm konden geven. Wang Chung bekritiseerde ook de sociale ongelijkheid en het gebrek aan beloning voor individuele inspanningen, en probeerde de pessimistische kijk op het lot te overwinnen. Zijn ideeën zijn ook verbonden met de moderne filosofie, die de menselijke autonomie en vrije wil benadrukt.

 

Over de auteur

Blogger

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!

Over de blogeigenaar

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!