Hoe helpt de evolutie van het kleine zoogdier Indohus tot een gigantische walvis ons te begrijpen hoe het leven verandert?

H

Het verhaal van hoe een klein zoogdier, een indohus genaamd, evolueerde tot een walvis, illustreert een sleutelconcept in de evolutietheorie. De theorieën van Lamarck, Darwin, Mendel en anderen vormden de basis van de moderne evolutietheorie, die een belangrijke rol speelt bij het begrijpen van de diversiteit van het leven en hoe dit verandert.

 

Tot voor kort werd gedacht dat walvissen nijlpaarden waren, maar nieuw onderzoek suggereert dat hun voorouders hertachtige zoogdieren waren, vergelijkbaar in grootte met wasberen, maar zonder hoorns. Volgens The Science Times ontdekte een professor aan de Northwestern Ohio University in de Verenigde Staten dat een klein, langbenig, groot ratachtig zoogdier, een indohus genaamd, leefde voordat er walvissen of dolfijnen waren. Het waren herbivoren die langs de waterkant leefden, vis aten en zich geleidelijk aanpasten aan het leven in het water. Dit evolutionaire proces is hoe walvissen zijn ontstaan.
Maar wat is evolutie, en hoe veranderde de kleine indohus in een gigantische walvis? Er zijn talloze dieren op de wereld, sommige lijken op elkaar en sommige heel verschillend. Met de ontwikkeling van de natuurwetenschappen ontstond de evolutietheorie, en veel biologen en andere geleerden hebben aan de ontwikkeling ervan bijgedragen. De theorieën van onder meer Lamarck, Darwin, Mendel en Dawkins vormen de kern van de moderne evolutietheorie.
Evolutie is het fenomeen waarbij organismen in de loop van de generaties veranderen, en de kenmerken van een populatie veranderen naarmate er nieuwe soorten ontstaan. Om evolutie te laten plaatsvinden, zijn er een paar essentiële wetten. Ten eerste moeten organismen zichzelf kunnen vermenigvuldigen. Om variatie te laten plaatsvinden, moet volledige zelfreplicatie worden vermeden, en de variatie die uit dit proces voortvloeit, biedt het potentieel voor ontwikkeling en differentiatie in de loop van de tijd. Variatie wordt onderverdeeld in genetische variatie en variatie veroorzaakt door omgevingsfactoren, waarvan de genetische variatie wordt doorgegeven aan de volgende generatie. Dominante genen bestendigen variaties die gunstig zijn voor overleving door verdere replicatie, en dit proces staat bekend als natuurlijke selectie.
Evolutionaire biologie is de studie van evolutionaire verschijnselen in biologische populaties, en de evolutietheorie is door middel van verschillende studies ontwikkeld. De eerste die het concept van evolutie voorstelde was de Franse bioloog Jean-Baptiste Lamarck, die betoogde dat evolutie plaatsvindt naarmate organismen zich aanpassen aan hun omgeving, nieuwe eigenschappen verwerven en deze doorgeven aan de volgende generatie. Deze theorie staat bekend als de afstammingstheorie en wordt door de moderne evolutietheorie niet aanvaard. Niettemin speelde Lamarcks theorie een belangrijke rol bij het wekken van belangstelling voor de evolutietheorie.
Charles Darwin was een Britse bioloog die een belangrijke rol speelde bij het formuleren van de evolutietheorie. Hij reisde de wereld rond op de Beagle en observeerde kleine veranderingen bij soortgelijke soorten. Toen hij merkte dat de snavelvorm van vinken op de Galapagoseilanden van eiland tot eiland veranderde, ontwikkelde Darwin een evolutietheorie. Op basis van zijn onderzoek publiceerde hij in 1859 zijn theorie van evolutie door natuurlijke selectie in The Origin of Species. Darwins theorie legde uit dat ontwikkeling en differentiatie over lange tijdsperioden plaatsvonden, maar zijn theorie werd destijds niet algemeen aanvaard.
Pas met Mendels erfelijkheidswetten kon Darwins theorie op genetische basis worden verklaard. Mendel stelde de wetten van dominantie, segregatie en onafhankelijkheid vast door middel van zijn experimenten met het oversteken van erwten. Zijn wetten werden fundamentele principes voor het verklaren van erfelijke verschijnselen en droegen in grote mate bij aan de ontwikkeling van de evolutietheorie.
In de 20e eeuw en daarna werden pogingen ondernomen om de natuurlijke selectie van Darwin te koppelen aan de erfelijkheidswetten van Mendel, en de verschillende theorieën werden samengevoegd tot de moderne evolutietheorie. Julian Huxley synthetiseerde de theorieën, en Richard Dawkins hielp ze populair te maken. Dawkins betoogde dat de eenheid van natuurlijke selectie het gen is, en legde uit hoe het voortbestaan ​​van genen tot de evolutie van het leven leidt.
De evolutietheorie heeft veel studiegebieden buiten de biologie beïnvloed. De evolutietheorie heeft bijvoorbeeld een grote impact gehad op de informatica, waarbij genetische algoritmen het mogelijk maken dat programma's automatisch evolueren. Zoals je kunt zien heeft de evolutietheorie bijgedragen aan de ontwikkeling van veel terreinen en vormt zij de basis van de moderne wetenschappelijke theorie.
De evolutie van kleine zoogdieren zoals de indohu's tot walvissen kan beter worden begrepen via de moderne evolutietheorie. Lamarck, Darwin, Mendel en anderen legden de basis voor de evolutietheorie, en vandaag de dag wordt deze op veel verschillende vakgebieden toegepast. De evolutietheorie speelt een belangrijke rol bij het verklaren van de diversiteit en complexiteit van het leven en helpt ons de oorsprong van alle levende wezens, inclusief de mens, te begrijpen.

 

Over de auteur

Blogger

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!

Over de blogeigenaar

Hallo! Welkom bij Polyglottist. Deze blog is voor iedereen die van de Koreaanse cultuur houdt, of het nu K-pop, Koreaanse films, drama's, reizen of iets anders is. Laten we samen de Koreaanse cultuur verkennen en ervan genieten!