Dit artikel onderzoekt de discussies tussen werknemers, werkgevers en de regering rond de verkorting van de wettelijke werkweek in Zuid-Korea van 44 uur naar 40 uur, waarbij de argumenten en zorgen van beide partijen worden geanalyseerd en manieren worden onderzocht om de sociale en economische gevolgen met elkaar te verzoenen.
Hoeveel vrije tijd we hebben om mens te zijn, is een van de belangrijkste indicatoren voor de “kwaliteit van leven” van een samenleving. In de moderne wereld waarin we leven, wordt tijd beschouwd als een van de kostbaarste hulpbronnen, en de manier waarop we deze gebruiken kan een enorm verschil maken voor onze kwaliteit van leven. Om deze reden zijn werktijden meer geworden dan alleen een economische kwestie, maar een belangrijke factor die een grote invloed heeft op het individuele geluk en de sociale gezondheid. De huidige wettelijke arbeidsduur in Zuid-Korea bedraagt echter 44 uur per week, wat relatief hoog is vergeleken met 40 uur per week in de meeste OESO-landen. Als gevolg hiervan zijn er recentelijk discussies geweest tussen werknemers, werkgevers en de overheid over de kwestie van de arbeidstijdverkorting.
Aan de ene kant beweren werknemers dat de kwaliteit van hun prestaties belangrijker is dan de kwantiteit van hun werkuren, wat betekent dat kortere werkuren meer mogelijkheden bieden voor zelfverbetering door meer vrije tijd, en dat de kennis en ervaring die ze opdoen hun vermogen om hun werk uit te voeren zal verbeteren, waardoor ze concurrerender zullen worden. Aan de andere kant is meer vrije tijd niet alleen bedoeld voor ontspanning, maar speelt het ook een belangrijke rol bij het verbeteren van de mentale en fysieke gezondheid van individuen. Voldoende rust en hobby’s kunnen bijvoorbeeld stress verminderen, wat op zijn beurt de focus en creativiteit op het werk kan vergroten. Bovendien kan het nemen van een pauze na lange uren en het doorbrengen van meer tijd met familie en buren u helpen de verbinding als persoon weer te herstellen, en u ook de kans geven om op te laden als werknemer. In dit geval wordt van werknemers verwacht dat ze liefde voelen voor hun werkplek en werk, en kan de productiviteit worden verbeterd, en kunnen beroepsziekten en arbeidsongevallen die zich hebben voorgedaan als gevolg van lange werktijden in het verleden, zoals overwerk en extra werk, worden verminderd.
Aan de andere kant betoogt het bedrijfsleven dat de verkorting van de wettelijke werkuren niet daadwerkelijk de werkuren zal verkorten, maar alleen de last van de arbeidskosten zal verhogen door overwerklonen te betalen voor overwerk, waardoor het concurrentievermogen van bedrijven afneemt. Bovendien zullen de arbeidskosten naar verwachting stijgen als gevolg van productieverstoringen ten tijde van de invoering van het systeem en de wrijving tussen arbeidsbeheer en arbeidsomstandigheden. Met name kmo's met hoge arbeidskosten en lage vaardigheidsniveaus kunnen te maken krijgen met ernstige tekorten aan arbeidskrachten. Daarom pleit de werkgeverskant ervoor dat het systeem geleidelijk moet worden ingevoerd om deze bedrijven de tijd te geven naar het buitenland te gaan om laagbetaalde arbeid veilig te stellen of over te stappen naar technologie-intensieve bedrijven, en om arbeidsconflicten te voorkomen die kunnen voortkomen uit een overhaaste vermindering van het aantal arbeidsplaatsen. uur. Met name als de verkorting van de werkuren leidt tot een lagere productiviteit en hogere bedrijfskosten voor bedrijven, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de consument. Dit kan leiden tot hogere prijzen en een lagere kwaliteit van de dienstverlening.
In deze situatie onderzoekt de regering, die in een positie verkeert om de confrontatie tussen arbeid en management te verzoenen, de sociaal-economische gevolgen van de arbeidstijdverkorting. Het kabinet verwacht dat de daling van de werkloosheid het meest positieve effect van kortere werktijden zal zijn. Omdat de verkorting van de werkweek van 44 uur naar 40 uur een vijfdaagse werkweek met vrije zaterdag betekent, wordt bovendien verwacht dat de vrijetijds-, cultuur- en onderwijsgerelateerde industrieën nieuw leven zullen worden ingeblazen, waardoor werkgelegenheid wordt gecreëerd en de economie wordt gestimuleerd. Dit zou een positieve impact kunnen hebben op de economie als geheel en de groei en ontwikkeling van nieuwe industrieën kunnen stimuleren.
Aan de andere kant zijn regeringen echter bezorgd dat kortere werktijden kunnen leiden tot conflicten tussen sociale groepen of klassen. Om dergelijke problemen te voorkomen is het daarom belangrijk dat de overheid de voordelen en de bijwerkingen van arbeidstijdverkorting tegen elkaar afweegt en een oplossing vindt waar alle leden van de samenleving het over eens kunnen zijn. Om dit te doen zullen regeringen het begrip tussen arbeid en management moeten bevorderen via verschillende sociale dialogen en een omgeving moeten creëren waarin ze kunnen samenwerken.
Kortom, het verkorten van de werktijden is meer dan alleen een beleidswijziging. Het is een belangrijke uitdaging voor het verbeteren van de levenskwaliteit van individuen en de gezondheid van de samenleving, en het is een complexe kwestie die aandacht vereist voor economische stabiliteit en concurrentievermogen. Het vereist dat alle belanghebbenden samenwerken om de optimale oplossing te vinden. Wanneer deze inspanningen vruchten afwerpen, zal onze samenleving in staat zijn om op weg te gaan naar een gezondere en gelukkiger toekomst.